I'm sorry but if I would have encountered most of these inspirational quotes -albeit true, motivational and even beautiful- without further context, II'm sorry but if I would have encountered most of these inspirational quotes -albeit true, motivational and even beautiful- without further context, I would've thought they were from an Instagram-page by an avatar named Buddhism for the West, or Creative creatures or Dialy inspirations.
For example::
"When the listener is totally present, the speaker often communicates differently. Most people aren’t used to being fully heard, and it can be jarring for them." ... "Formulating an opinion is not listening. Neither is preparing a response, or defending our position or attacking another’s. To listen impatiently is to hear nothing at all."
Duh! It doesn't reach further than the wisdom put on kitchen tiles or google images with sunrise backgrounds. Maybe Rubin can start a cult with Paulo Coelho?...more
This was the worst book I've read by an author I adore.
What the flying hell happened to this author's wit from The FamThe Curious Case of Kevin Wilson
This was the worst book I've read by an author I adore.
What the flying hell happened to this author's wit from The Family Fang, his wild and diverse creativity in Tunneling to the centre of the earth, and his nuanced, mature writing in Baby, you're gonna be mine?
His previous novel Nothing to see here already warned me that Wilson is in decline. It reminds me of Haruki Murakami: reading 1q84 after The wind-up bird chronicles made me wonder if the man had a much less experienced copycat who wrote the trilogy trying to imitate the master and horribly failing at that.
I cannot believe the high ratings of very respectable fellow readers. Didn't they notice that there was actually nothing to see here? The base of the story (and this book really is not more than its base) is soooooo extremely stretched out that it felt like one of the most repetitive and irritating reading experiences of my life. It's like the doe for a small pizza was rolled and rolled and stretched untill it became one huge hole-filled chunk of chewy tastelesness. The premisse with the poster and the juvenile tag line (I cannot hear it anymore ever!) and the past that comes hunting could've perhaps worked for a short story, but not for this cliché-overflowing novel.
And the absolute worst thing to say about a piece of fiction: I didn't believe it.
Is Wilson (similar to Matt Haig) aiming for a larger audience or is he curiously growing younger and younger?...more
Er zijn zoveel betere manieren om deze (grotendeels terechte) boodschap te brengen. Ik hou niet van schrijvers die inhoudelijk juist zitten maar in hunEr zijn zoveel betere manieren om deze (grotendeels terechte) boodschap te brengen. Ik hou niet van schrijvers die inhoudelijk juist zitten maar in hun toon en taal helemaal fout. Ik beschouw dat als gemiste kansen en daarom zeer jammerlijk. Zo heb ik me doodgeërgerd aan de honende, flauwe stijl van ‘God is niet groot’ van Christopher Hitchens terwijl ik me zelf ook als atheïst/agnost situeer.
Pandemocratie is te plat, te activistisch waardoor de woede in de weg staat van wetenschappelijkheid: de wijsneus boven de wijsgeer. De toon leent zich beter voor een pamflet, boze column of een speech op de barricaden, dan voor een boek. Zo ben ik allergisch voor termen als kudde en necropolitiek. Dergelijk gebruik van krachttermen behelst vaak een zwaktebod. Over de Corona-aanpak vond ik hem te vaak ongenuanceerd en al te makkelijk ‘in hindsight’ spreken.
Los van de toon vind ik de taal erbarmelijk. Wat een kronkelige syntax, scheve zinnen, onnodig complexe, moeilijk verteerbare passages. Doet denken aan de warrigheid van Zizek en de irritante terminologie van Lacan (door bv. Aarde met een hoofdletter te schrijven. Bweurk). Geen enkele van de mensen die amper het einde van de maand financieel kunnen bolwerken (dus de slachtoffers van het systeem dat Schinkel aanvecht) raakt verder dan twee pagina’s. Deze man moet echt eens een boek lezen van Kate Raworth of Carlo Rovelli: mensen die er wél in slagen om iets complex in mensentaal uit te leggen. Pas in de laatste hoofdstukken (wanneer hij zijn spittante kritiek vervangt door zijn pleidooi voor een ander systeem) vond ik hem helder - en dus sterker- worden.
Enkele voorbeelden van zinnen die zigzaggend uitdraaien op ... tja... op wat?: ‘De necropolitiek van de groepsimmuniteit en de biopolitiek van het indammen zijn geen concurrerende plots omdat ze beide binnen een bestaande hegemoniale verbeelding en binnen het bestaande dispositief van de macht opereren.’
‘Het praktisch onderkennen hoe de huidige verhalen over de pandemie en de vigerende en op koloniale contexten teruggaande kennisvormen de neiging hebben ons op te sluiten in geracialiseerde epidemiologische ruimtes, overlappend met natiestaten.’
‘Het is cruciaal ons niet volledig in een forensische fetisj met de minutiae van de maatregelen mee te laten trekken, en om niet mee te gaan in de wanstaltige lobby voor de voorrang van deze of gene bevolkingsgroep bij het vaccineren.’
Rutte en de andere tenoren van het neoliberale ‘There is no alternative’ krijgen al zo weinig echt grondig gefundeerde kritiek. Met dergelijke wartaal en mistgordijnen wordt de status quo gewoon bestendigd. Zeer spijtig!...more
Hoewel het behoort tot een soort literatuur dat me doorgaans minder bekoort - heel beschrijvend, observerend, vanop afstand psychologiserend - is dit Hoewel het behoort tot een soort literatuur dat me doorgaans minder bekoort - heel beschrijvend, observerend, vanop afstand psychologiserend - is dit zonder meer kwalitatief hoogstaand...more
WAARSCHUWING: kan sporen van superlatieven bevatten. TEASER: dit is in 4,5 jaar boeken bespreken voor Humo mijn meest enthousiaste recensie.
Claire-LouiWAARSCHUWING: kan sporen van superlatieven bevatten. TEASER: dit is in 4,5 jaar boeken bespreken voor Humo mijn meest enthousiaste recensie.
Claire-Louise Bennett Kassa 19 *****
‘Autofiction for people who think they’re sick of it’ kopte The New York Times boven het stuk over ‘Checkout 19’. Daarmee smoort de recensent meteen de meewarige reacties in de kiem die een zoveelste navelstaarderig essayboek zou kunnen opwekken. De Britse Claire-Louise Bennett slaat in haar uitmuntend vertaalde (essayistische) roman ‘Kassa 19’ inderdaad een onontgonnen weg in die zigzagt tussen een gefictionaliseerde autobiografie, literaire kritiek en een (stout)moedige blik op schrijverschap.
Bennett geeft haar stem aan een naamloze vrouw die via herinneringen en verzinsels vertelt over hoe een leven vol boeken en verbeeldingskracht haar heeft gevormd als individu, lezer en schrijfster. Als het ware met de motorkap van het schrijfmetier wagenwijd open, sleutelt ze aan haar verhalen: over hoe ze een met menstruatiebloed doordrenkt slipje op de toonbank van Dior wou leggen en zeggen ‘dit is het volmaaktste rood ter wereld’; hoe die ene onvergetelijke leraar haar allereerste verhaaltjes wou lezen; hoe in de supermarkt waar ze werkte (aan kassa 19, inderdaad) een Rus twee vingers van zijn vrouw liefkozend in zijn mond stopt; hoe ze door haar eigen lief werd verkracht. Een simpele opsomming van thema’s en anekdotes schiet echter gegarandeerd tekort. Onverwachte wendingen, herhalingen en zijpaadjes die zomaar tien bladzijden innemen, geven meermaals het gevoel alsof je in een vijvertje duikt dat uiteindelijk een heus meer blijkt. De meeste episodes worden doorspekt met tientallen aangehaalde romans en collega-schrijvers, van E.M Forster tot Anaïs Nin, want ‘een goed boek sluit je niet echt. Dat blijft terugkeren en infiltreren met je leven.’ Voor de Britse dient literatuur het leven als gids en aanvulling, niet als afleiding. ‘We lezen om tot leven te komen.’
‘Wil je de vogels binnenbrengen?’ is de titel van het formidabele moederessay waarrond de andere stukken wentelen. Bennett gedenkt haar eerste, mislukte poging een roman te schrijven, over ene Tarquinius Superbus in een bewustzijnsstroom waarbij ze uit vage herinneringen een nieuw verhaal modelleert dat voortdurend wordt afgebroken en weer opgebouwd. Personages ontspringen uit fantasie, maar lijken ook hun eigen leven te leiden, los van de auteur. Het is (zal ik het woord gebruiken?) revolutionair hoe loepzuiver en daardoor quasi onmerkbaar Bennett heen-en-weerspringt tussen reflectie op het schrijfproces, de buigzaamheid van imaginatie en de impact van lezen. Sterker nog: ze geeft de impressie dat lezen de draad en schrijven de naald is waarmee ze haar verhalen weeft.
Met oog voor de muren waartegen een auteur kan botsen (de eigen achtergrond en sekse, de correctheid bij historische fictie), vraagt ze zich af hoe vrij ze werkelijk is. Juist deze zoektocht loodst haar naar een ongekende vrijheid, want boven elke regel en obstakel overheerst ‘dat constante verlangen om uit je eigen huid en naar een andere werkelijkheid te ontsnappen.’ Elke situatie – tot een wachtrij aan een saaie supermarktkassa toe - kan een aanleiding vormen voor een mentale vlucht waarbij zelfs een onderwerpend keurslijf de vleugels van creativiteit niet kan kortwieken.
Wie onderhand denkt dat dit boek geen hapklare brok is heeft geen ongelijk, maar de uitdaging wordt vergemakkelijkt door de verfijnde humor, de sympathieke zelfspot, de geveinsde nonchalance en een frasering die van alledaagse spreektaal tot afgemeten poëzie reikt. Bennett balanceert op een wankel koord tussen verschillende uitersten: ‘Kassa 19’ is helemaal verankerd in een zee van boeken en toch met geen daarvan te vergelijken; het staat bol van vrije associatie en referenties maar bevat desondanks genoeg zuurstof en leidt tot massa’s leesgenot. Net als in die andere fenomenale vertelmozaïek, ‘De jaren’ van Annie Ernaux, ontwaren we in het wirwarweefsel uiteindelijk de contouren van de schrijfster zelf. Boekenliefhebbers en dagdromers aller landen, koop dit onovertroffen eerbetoon aan lezen en schrijven, in honderdvoud, en leg het overal te vondeling....more